Gewürztraminer

Kenmerken van Gewürztraminer

Gewürztraminer (spreek uit: ge-VURTS-tra-mee-ner) is een van de meest aromatische en herkenbare witte druivensoorten ter wereld. De naam betekent letterlijk "gekruide Traminer", verwijzend naar zijn intense geurprofiel en zijn afkomst van de oudere Traminer-druif. Het is een druif die je ofwel liefhebt ofwel overweldigend vindt, maar zelden onverschillig laat.

In de wijngaard

Een opvallend kenmerk van Gewürztraminer is de kleur van de druivenschil: deze is niet groen zoals bij de meeste witte druiven, maar diep roze tot roodachtig. Dit resulteert soms in wijnen met een diepere, gouden kleur. De druif heeft relatief kleine bessen en is nogal kieskeurig wat betreft zijn groeiomstandigheden. Hij gedijt het best in koele tot gematigde klimaten met voldoende zonneschijn, bij voorkeur op goed gedraineerde, diepe bodems, vaak met klei of mergel zoals in de Elzas.

De druif is gevoelig voor ziekten en kan lastig te verbouwen zijn. Hij heeft een lage natuurlijke zuurgraad, wat een uitdaging kan zijn voor wijnmakers om de wijn fris te houden, vooral in warmere klimaten.

In het glas

Gewürztraminerwijnen staan bekend om hun volle body en soms licht olieachtige of viskeuze textuur. De kleur kan variëren van bleekgeel tot diep goud, afhankelijk van de rijpheid en vinificatiemethode. Het alcoholpercentage is vaak relatief hoog (13-15%), wat bijdraagt aan het volle mondgevoel. De zuurgraad is doorgaans laag tot medium, wat de wijn rond en zacht maakt, maar soms ook een gebrek aan frisheid kan geven als deze niet goed in balans is.

Het meest kenmerkende is echter het uitbundige aromatische profiel. De geur springt vaak het glas uit met intense tonen van lychee, rozenblaadjes, grapefruit, gember, honing en soms een vleugje parfum of zeep. De smaak is even intens en volgt de aroma's, vaak met een licht bittere toets in de afdronk, wat typerend is voor de druif.