Witte Wijn

De essentie van witte wijn

Witte wijn wordt gemaakt van druiven met een groene of gele schil, of soms zelfs van rode druiven waarbij het sap direct gescheiden wordt van de schillen. Dit resulteert in de lichte kleur, die kan variëren van bijna kleurloos tot diep goudgeel.

In tegenstelling tot rode wijn, wordt bij de meeste witte wijnen de schil direct na het persen gescheiden van het sap, wat zorgt voor minder extractie van tannines en kleurstoffen. Dit geeft witte wijn zijn karakteristieke lichtere structuur en frisse smaakprofiel.

Belangrijkste kenmerken

• Kleur: Van bijna kleurloos tot strogeel, goudgeel of amberkleurig
• Zuurgraad: Meestal hoger dan bij rode wijnen, geeft frisheid
• Tannines: Minimaal tot niet aanwezig
• Aroma's: Citrus, groene appel, tropisch fruit, bloemen, mineralen en meer
• Serveertemperatuur: Meestal tussen 8-12°C, afhankelijk van de stijl

Het productieproces

Het basisproces voor het maken van witte wijn omvat de volgende stappen:

1. Oogsten - Druiven worden vaak iets vroeger geplukt dan voor rode wijn, om de zuurgraad te behouden
2. Ontstelen & Kneuzen - Druiven worden gescheiden van de steeltjes en licht gekneusd
3. Persen - Druiven worden geperst om het sap te scheiden van de schillen
4. Klaring - Het sap wordt geklaard om ongewenste vaste stoffen te verwijderen
5. Fermentatie - Bij koele temperaturen (10-18°C) om de fruitige aroma's te behouden
6. Rijping - Meestal in roestvrij staal of soms in eiken vaten voor meer complexiteit
7. Bottelen - De meeste witte wijnen worden jong gebotteld om de frisheid te behouden